De meesten van ons halen genade en geluk door elkaar, maar het eerste is diepgaand en transformerend, terwijl het tweede vluchtig en causaal is. In de westerse industriële cultuur zijn we overgeleverd aan de opeenvolging van gunstige condities voor geluk, wat ver afstaat van het aangeboren gevoel van welzijn dat we kennen als genade. We zitten zo vast aan het idee dat geluk door gebeurtenissen of omstandigheden teweeg wordt gebracht, dat we verbijsterd zijn door de tevredenheid van 'eenvoudige' of 'arme' mensen - de mensen die niet meer bezitten dan het eten in hun maag, een dak boven hun hoofd en de goede gezondheid van hun kinderen en geliefden.
Door onderzoek weten we dat het verschil in geluk tussen degenen die moeten vechten om hun volgende maaltijd te bemachtigen en degenen die in hun basisbehoeften kunnen voorzien (zoals voedsel en onderdak) heel groot is, maar er is weinig verschil tussen de mensen die in hun basisbehoeften kunnen voorzien en die mensen die puissant (geweldig) rijk zijn.
O zeker, die dure auto of dat mooie jurkje werken even, maar we passen ons snel aan en dan wordt ons nieuwste speeltje de norm - en zo worden we teruggeworpen in een staat van verlangen. Of in een vrije weergave van de woorden van Aldous Huxley: we maken het plafond van verlangen van gisteren tot de grond van de verwachtingen van vandaag.
Net als in Chinese medische boeken dikke mensen beschouwd worden als mensen die in werkelijkheid verhongeren en wanhopig proberen het gat in hun wezen met voedsel te stoppen, kunnen we die dwangmatige geldverkwister zien als iemand die verwoed probeert een remedie te vinden voor de psychologische of spirituele leegte in zijn leven. Door het gemis aan een gevoel van innerlijke vrede modderen we plichtmatig door zonder ooit werkelijk in het moment te leven en proberen we ongemakkelijke gevoelens te bevredigen door geld over de balk te smijten, te veel te eten, met vele verschillende partners seks te hebben of veel te hard te werken. Of we vervallen tot stevig misbruik, wat ons momenten van geluk oplevert die snel voorbij zijn en ons met een nog groter gevoel van leegte achterlaat.
Mensen gebruiken drugs om high te worden, maar als ze daar afhankelijk van worden, maakt dat high zijn plaats voor een kwaadaardig gevoel van gemis. Niet zonder reden noemen we verslaving in het Engels 'having a monkey on our back': als mensen ten prooi vallen aan de instincten van het apenbrein - angst, eten, vechten en paren - wordt ons bestaan een gevecht om te overleven en wordt het onmogelijk om in genade te leven. Die twee sluiten elkaar uit. Als je in genade leeft, kun je zijn als de 'leliën des velds' die niets nodig hebben, of als diegenen die 'wandelen in het dal van de schaduw van de dood en geen angst voor het kwaad kennen' ... maar kortstondige pleziertjes kunnen en zullen ons niet in die staat brengen. Wat is tenslotte een mooier beeld van genade dan de lach van een baby? Baby's streven niet naar geluk of dekken zich in tegen verdriet, ze zijn gewoon. Dat is genade.
Citaat uit: Afdalen in je Ziel, geschreven door Alberto Villoldo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten