De indianen van Noord-Amerika geloven dat alle levensvormen met elkaar verbonden zijn en geloven in een almachtige, alwetende Schepper (de Grote Geest). Dit is een wezen die vele vormen en beide seksen aan kan nemen. De indianen geloven ook in andere bovennatuurlijke entiteiten, inclusief kwade tovenaars en heksen.
De meeste stammen geloven in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel en in een hiernamaals. De ziel is grenzeloos en niet gevangen in het lichaam. De indianen schakelden bovennatuurlijke hulp in om zo de natuurlijke en sociale werelden te kunnen beheersen. Men probeerde krachtige spirituele entiteiten gunstig te stemmen door eigen gebeden of door het brengen van offers van waardevolle voorwerpen (bijvoorbeeld geschenken van bont, tabak of voedsel). Hele gemeenschappen zochten goddelijke hulp voor een succesvolle jacht, een goede oogst of de overwinning in een oorlog. Medicijnmannen beschikten over bovennatuurlijke krachten die ze d.m.v. visioenen aanwendden om zo hun gemeenschap te helpen. Een medicijnman is een bemiddelaar tussen de mensen, de onderwereld en de bovenwereld en gebruikt zijn krachten om mensen te genezen, maar is ook helderziende en kan daardoor ook de toekomst voorspellen. De medicijnman belichaamt de krijger, de heler, de leraar en visionaire oerbeelden, die voor de vier richtingen van het medicijnwiel staan.
Zowel mannen als vrouwen konden na een jarenlange zoektocht naar de eigen ziel medicijnman worden. De indianen geloven dat iemand ziek kan worden of open staat voor een ziekte als de beschermgeest van die persoon weg is of verdwenen is. Het is de taak van de medicijnman om de beschermgeest te zoeken en hem terug te halen, of als de beschermgeest verdwenen is om een andere beschermgeest te halen.
De indianen geloven dat het heelal uit meerdere lagen bestaat: de Aarde is het midden, de onderwereld bevindt zich onder de aarde en de bovennatuurlijke wereld boven de aarde. Sommige stammen geloofden dat deze lagen met elkaar verbonden zijn door de Wereldboom, andere stammen geloofden dat de Spin Vrouw een speciaal web maakte die deze drie werelden met elkaar verbind.
Als een medicijnman op zoekt gaat naar de verloren beschermgeest van een patient, dan gaat hij eerst naar de onderwereld om bekend te raken met de wortels of het verleden van de patient. Hij kan de geest daar vinden, maar als dat niet zo is, dan reist hij naar de bovenwereld, de toekomst, om te zien of de beschermgeest vooruit is gelopen. De medicijnman reist naar de benedenwereld en de bovenwereld via de wereldboom en als hij de beschermgeest gevonden heeft, dan komt hij op dezelfde plek uit de boom terug in de fysieke werekd als waarin hij de boom binnenging. Bij terugkomst blaast hij de beschermgeest in de patient terug. Als de beschermgeest verloren is gegaan, dan gaat de medicijnman op zoek naar een andere beschermgeest. Nadat hij de nieuwe beschermgeest heeft gevonden en hem in de patient heeft geblazen, dan moet de patient gaan dansen en geluiden maken, zodat de nieuwe geest zich thuis voelt en wil blijven. Als de oorzaak van de ziekte een fysieke oorzaak heeft, dan gaat de medicijnman op zoek naar een speciale behandeling die nodig is om de patient te genezen.
De Zeven Grootvaders
De eerste Ouder kreeg zeven kennisvaardigheden van de Zeven Grootvaders:
De meeste stammen geloven in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel en in een hiernamaals. De ziel is grenzeloos en niet gevangen in het lichaam. De indianen schakelden bovennatuurlijke hulp in om zo de natuurlijke en sociale werelden te kunnen beheersen. Men probeerde krachtige spirituele entiteiten gunstig te stemmen door eigen gebeden of door het brengen van offers van waardevolle voorwerpen (bijvoorbeeld geschenken van bont, tabak of voedsel). Hele gemeenschappen zochten goddelijke hulp voor een succesvolle jacht, een goede oogst of de overwinning in een oorlog. Medicijnmannen beschikten over bovennatuurlijke krachten die ze d.m.v. visioenen aanwendden om zo hun gemeenschap te helpen. Een medicijnman is een bemiddelaar tussen de mensen, de onderwereld en de bovenwereld en gebruikt zijn krachten om mensen te genezen, maar is ook helderziende en kan daardoor ook de toekomst voorspellen. De medicijnman belichaamt de krijger, de heler, de leraar en visionaire oerbeelden, die voor de vier richtingen van het medicijnwiel staan.
Zowel mannen als vrouwen konden na een jarenlange zoektocht naar de eigen ziel medicijnman worden. De indianen geloven dat iemand ziek kan worden of open staat voor een ziekte als de beschermgeest van die persoon weg is of verdwenen is. Het is de taak van de medicijnman om de beschermgeest te zoeken en hem terug te halen, of als de beschermgeest verdwenen is om een andere beschermgeest te halen.
De indianen geloven dat het heelal uit meerdere lagen bestaat: de Aarde is het midden, de onderwereld bevindt zich onder de aarde en de bovennatuurlijke wereld boven de aarde. Sommige stammen geloofden dat deze lagen met elkaar verbonden zijn door de Wereldboom, andere stammen geloofden dat de Spin Vrouw een speciaal web maakte die deze drie werelden met elkaar verbind.
Als een medicijnman op zoekt gaat naar de verloren beschermgeest van een patient, dan gaat hij eerst naar de onderwereld om bekend te raken met de wortels of het verleden van de patient. Hij kan de geest daar vinden, maar als dat niet zo is, dan reist hij naar de bovenwereld, de toekomst, om te zien of de beschermgeest vooruit is gelopen. De medicijnman reist naar de benedenwereld en de bovenwereld via de wereldboom en als hij de beschermgeest gevonden heeft, dan komt hij op dezelfde plek uit de boom terug in de fysieke werekd als waarin hij de boom binnenging. Bij terugkomst blaast hij de beschermgeest in de patient terug. Als de beschermgeest verloren is gegaan, dan gaat de medicijnman op zoek naar een andere beschermgeest. Nadat hij de nieuwe beschermgeest heeft gevonden en hem in de patient heeft geblazen, dan moet de patient gaan dansen en geluiden maken, zodat de nieuwe geest zich thuis voelt en wil blijven. Als de oorzaak van de ziekte een fysieke oorzaak heeft, dan gaat de medicijnman op zoek naar een speciale behandeling die nodig is om de patient te genezen.
De Zeven Grootvaders
De eerste Ouder kreeg zeven kennisvaardigheden van de Zeven Grootvaders:
- Wijsheid. Hij leerde het gebruik van wijsheid voor zijn volk.
- Liefde. Hij leerde om zijn broers en zijn zusters lief te hebben en liefde met hen te delen.
- Respect. Hij leerde iedereen te respecteren, alle mensen en alle andere levende wezens.
- Moed. Hij leerde om dingen te doen, zelfs in de meest moeilijke tijden.
- Eerlijkheid. Hij leerde om in elke actie eerlijk te zijn en goede gevoelens in zijn hart te dragen.
- Bescheidenheid. Hij leerde dat hij gelijk was aan iedereen, niet beter en ook niet minder, gewoon gelijk.
- Waarheid. Hij leerde waarheidsgetrouw te zijn in alles dat hij deed, door trouw aan zichzelf en alle levende wezens te zijn. Hij sprak altijd de waarheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten