Maurice Cotterell heeft een voor mij overtuigende theorie geschreven, waaruit blijkt dat astrologische verschillen tussen mensen veroorzaakt wordt door variaties in de zonnewind die het aardmagnetisch veld beinvloeden. Tijdens de bevruchting wordt een cel voorzien van het patroon van de overheersende magnetische constellatie en dit bepaalt het astrologische type.
Er zijn vier verschillende soorten straling van de zon, die elkaar om de 28 dagen afwisselen. Deze zonnestralingspatronen komen in veel opzichten overeen met de duizenden jaren oude kosmologische visie dat er vier oerelementen bestaan: vuur, aarde, lucht en water, die op een of andere manier bepalend zijn voor de gemoedstoestand van mensen. Deze invloed komt overeen met de twaalf aan sterrenbeelden gerelateerde persoonlijkheden.
De evenaar op de zon draait sneller rond dan de polen; de omwenteling bij de evenaar duurt 26 aarddagen en de omwenteling van de polen duurt 37 aarddagen. Dit betekent dat vanaf de aarde gezien, de velden bij de polen iedere maand een kwart van het evenaarsveld afleggen.
Doordat de evenaar van de zon sneller draait dan haar polen, ontstaan er lussen in de magnetische veldlijnen, zoals spaghetti om een vork wordt gedraaid. Hierdoor ontstaan er onder het oppervlak van de zon kleine magnetische gebieden. Algemeen wordt aangenomen dat de magnetische lussen uiteindelijk uit het oppervlak barsten, waardoor zonnevlekken ontstaan.
De invloed van de polen verstoren het veld aan de evenaar en de deeltjes die door het evenaarsveld worden uitgezonden: elke maand wordt er een ander veld aan de evenaar beinvloedt. De eerste maand ontvangt de aarde meer positieve straling, de tweede maand meer negatieve, de derde meer positieve, enz. Elke maand wordt gekenmerkt door een bepaalde stralingscode (234, 134, 124 of 123), waarbij de getallen 1 t/m 4 in de code de vier verschillende soorten straling weergeven. In januari is de stralingscode 234, februari 134, maart 124, april 123 en in mei begint de cyclus weer met code 234. Tijdens de eerste maand wordt nummer 1 geneutraliseerd, dit is een negatieve straling, waardoor de nettostraling van de zon positief is. Tijdens de tweede maand wordt nummer 2 geneutraliseerd, dit is een positieve straling, waardoor de nettostraling negatief is.
Doordat de evenaar van de zon sneller draait dan haar polen, ontstaan er lussen in de magnetische veldlijnen, zoals spaghetti om een vork wordt gedraaid. Hierdoor ontstaan er onder het oppervlak van de zon kleine magnetische gebieden. Algemeen wordt aangenomen dat de magnetische lussen uiteindelijk uit het oppervlak barsten, waardoor zonnevlekken ontstaan.
De invloed van de polen verstoren het veld aan de evenaar en de deeltjes die door het evenaarsveld worden uitgezonden: elke maand wordt er een ander veld aan de evenaar beinvloedt. De eerste maand ontvangt de aarde meer positieve straling, de tweede maand meer negatieve, de derde meer positieve, enz. Elke maand wordt gekenmerkt door een bepaalde stralingscode (234, 134, 124 of 123), waarbij de getallen 1 t/m 4 in de code de vier verschillende soorten straling weergeven. In januari is de stralingscode 234, februari 134, maart 124, april 123 en in mei begint de cyclus weer met code 234. Tijdens de eerste maand wordt nummer 1 geneutraliseerd, dit is een negatieve straling, waardoor de nettostraling van de zon positief is. Tijdens de tweede maand wordt nummer 2 geneutraliseerd, dit is een positieve straling, waardoor de nettostraling negatief is.
Deze indeling komt overeen met de beweringen van astrologen dat astrologische elementen (persoonlijkheden) die overeenkomen met de eerste vier maanden de rest van het jaar in dezelfde volgorde worden herhaald.
Waterman - Lucht, Vissen - Water, Ram - Vuur, Stier - Aarde, Tweelingen - Lucht, Kreeft - Water, Leeuw - Vuur, Maagd - Aarde, Weegschaal - Lucht, Schorpioen - Water, Boogschutter - Vuur en Steenbok - Aarde.
Resultaten van onderzoeken die door de astroloog Jeff Mayo van het Institute of Psychiatry onder leiding van professor H.J. Eysenck onder 1795 en 2324 proefpersonen zijn uitgevoerd, tonen aan dat de positieve tekens (Waterman, Ram, Tweelingen, Leeuw, Weegschaal en Boogschutter) overwegend extravert zijn en de negatieve tekens (Vissen, Stier, Kreeft, Maagd, Schorpioen en Steenbok) overwegend introvert zijn. De kans dat bij toeval het tegengestelde gebeurt is 1 op de 10.000.
Resultaten van onderzoeken die door de astroloog Jeff Mayo van het Institute of Psychiatry onder leiding van professor H.J. Eysenck onder 1795 en 2324 proefpersonen zijn uitgevoerd, tonen aan dat de positieve tekens (Waterman, Ram, Tweelingen, Leeuw, Weegschaal en Boogschutter) overwegend extravert zijn en de negatieve tekens (Vissen, Stier, Kreeft, Maagd, Schorpioen en Steenbok) overwegend introvert zijn. De kans dat bij toeval het tegengestelde gebeurt is 1 op de 10.000.
De straling die de zon wordt afgegeven is niet alleen zichtbaar licht, maar ook elektromagnetische golven van verschillende lengte, zoals bijvoorbeeld radiogolven, infraroodstraling, ultraviolette straling en rontgenstraling. Behalve deze soorten straling zendt de zon ook materie de ruimte in, de zogenaamde zonnewind. Dit is een stroom geladen deeltjes, ionen, die vanaf het oppervlak van de zon voortdurend de ruimte in worden gezonden. De zonnewind bestaat hoofdzakelijk uit elektronen (negatieve lading) en protonen (positief geladen waterstofkernen). De deeltjes die uit een negatief gebied van de zon komen zijn voornamelijk elektronen en de deeltjes die uit een positief gebied komen zijn voornamelijk protonen.
Cotterell ontdekte dat iedere 87,4545 dagen de polaire- en evenaarsvelden van de zon een gemeenschappelijke cyclus voltooien. Een zo'n periode noemde hij 1 bit. Een periode van 8 van deze bits leek van groot belang en die noemde hij een microcyclus. Zes microcycli besloegen een langere cyclus van 11,49299 jaar. Dit lijkt buitengewoon veel op de gemiddelde zonnevlekkencyclus van 11,1 jaar die door middel van observatie was vastgesteld.
Hij zag dat de grafiek zich herhaalde na een cyclus van 781 bits. Deze periode van 68.302 dagen (of 187 jaar) noemde hij de zonnenvlekkencyclus. Deze lange periode stond gelijk aan 97 microcycli, maar na een nauwkeurige bestudering van de gegevens bleek dat 92 microcycli een lengte hadden van 8 bits, maar 5 microcylci hadden een lengte van 9 bits.
Dit betekende dat, hoewel de cyclus theoretisch gezien een lengte van 776 bits heeft, de zonnevlekkencyclus in werkelijkheid 5 bits langer is.
Dit betekende dat, hoewel de cyclus theoretisch gezien een lengte van 776 bits heeft, de zonnevlekkencyclus in werkelijkheid 5 bits langer is.
Het gekromde neutrale vlak rond de evenaar van de zon speelt hierin een rol en verschuift kennelijk iedere 187 jaar een microcyclus. Na 19 of 20 zonnevlekkencycli keert het magnetisch veld van de zon om. Maurice Cotterell zag dat de zonnevlekkencyclus uit 5 perioden bestaat:
1. 19 x 187 jaar = 1.297.738 dagen
2. 20 x 187 jaar = 1.366.040 dagen
3. 19 x 187 jaar = 1.297.738 dagen
4. 19 x 187 jaar = 1.297.738 dagen
5. 20 x 187 jaar = 1.366.040 dagen
Dit getal van 1.366.040 komt sterk overeen met het supergetal 1.366.560 dat in de Dresden Codex van de Klassieke Maya's is gevonden. Dit supergetal is maar twee Tzolk'in cycli van ieder 260 dagen meer dan het getal dat Cotterell heeft gevonden.
Het getal 1.366.560 in de Dresden Codex geeft het aantal dagen aan die verstreken zijn sinds het begin van de huidige Zon in 11 augustus 3114 v. Chr. en viel op de dag 9.9.16.0.0 in de Lange Telling, dit is de datum 15 februari 629 na Chr. Rond 3114 v. Chr was het neutrale vlak van de zon van polariteit veranderd en dit had opnieuw plaatsgevonden in 629 na Chr.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten